Aantekeningen |
- Cornelis Anthony volgt zijn vader. Hij is in 1822 klerk bij de Directie der Marine op den Maze. Cornelis Anthony gaat op hogere leeftijd weer in Den Haag wonen, aan de Heerengracht op no 44 (sectie T no 633). Het ligt voor de hand dat hij dit mede doet om van de erfenis van zijn oom Pieter Adriaan Goske Cassa te genieten. In zijn testament geeft hij als beroep op grondeigenaar.
Op 30-4-1856 wordt Cornelis in Den Haag ingeschreven komend van Rotterdam. Hij woont dan aan de Brouwersgr
acht 232. Inwonende zijn twee diensboden namelijk: Maria Ruijtenhek en Johanna Helena Hulshof
Uit de erfenis van zijn oom Pieter Adriaan verkrijgt hij o.a. de hofstede Zigtenburg. In zijn testament neemt Cornelis Anthony zijn neven en nichten, kinderen van zus Johanna Maria op. Aan hen laat hij de volgende legaten
na:
- aan Anthony Willem 10.
800 gulden
- aan Matthijs 5.4
00 gulden
- aan Johanna Maria
8.600 gulden
- aan Elisabeth
10.800 gulden
- aan Maria So
phia, achter-achternicht van zijn oud-oom Daniel Cassa 500 gulden.
De erfenis zelf komt toe aan zijn achterneven en -nichten Landt uit het huwelijk van zijn tant
e Maria Elisabeth Cassa, zuster van Anthony Willem, en Petrus Lambertus Landt.
Indien Cornelis Anthony geen testam
ent had gemaakt had de hele erfenis toegekomen aan zijn neven en nichten Gravelaar, inclusief Jacoba Paulina Gravelaar.
Of de huwelijksperikelen (tussen Johanna Maria en Matthijs Gravelaar, zie bij Gravelaar) nog met de verdeling van de erfenis te maken hebben of dat het meer een kwestie van afstand is, is niet bekend. De achterneven en -nichten Landt wonen eveneens in Rotterdam. Het ligt voor de hand dat Cornelis Anthony meer contact had met hen dan met de kinderen van zijn tafel en bed gescheiden zus Johanna Maria in het ver weg gelegen Groningen. [2]
|