Aantekeningen |
- Op 4 augustus 1919 overleed de bekende huisarts Christiaan Gerard van der Lee. Als zoon van een scheepsbouwer bij de marine werd hij op 10 oktober 1872 geboren in Soerabaja. Na zijn universitaire opleiding en met het behalen van zijn bul op 22 januari 1896 volgde zijn aanstelling als assistent geneesheer in het Wilhelmina gasthuis in Amsterdam. In 1898 verhuisde hij naar Den Helder waar hij per 27 juli 1899 benoemd was als gemeentearts met een jaarinkomen van vijfhonderd gulden. Dokter van der Lee betrok aan de Zuidstraat 6-7 een woning schuin tegenover het café- en pension van W. Koenen. Van der Lee raakte bij het merendeel van de inwoners van Den Helder bemind. Hij had een scherp verstand, was op z’n tijd zeer vernuftig en wist altijd, ook voor patiënten waar geen genezing meer mogelijk was, of een opbeurend of een vertroostend woord te vinden. Zijn paard en rijtuig werden door een privé koetsier verzorgd, in het weekend hielp zijn vrouw hem in de praktijk. Vanwege zijn drukke praktijk kon van der Lee geen openbare functies vervullen, wel was hij bijzonder actief voor het Witte Kruis. Samen met wethouder Gerrit de Ven en mevrouw Delgorde-Meijers heeft hij geruime tijd het Witte Kruis bestuurd. Hij gaf ook de aanzet tot de uitbreiding en verbouwing van het gemeenteziekenhuis aan de Kerkgracht en met succes pleite hij voor de aanstelling van een directrice en meerdere verpleegsters in het burgerhospitaal, waardoor de werkdruk voor het personeel drastisch zou verminderen. Een ernstige hartaandoening noopte hem in 1918 zijn werkzaamheden te staken en door de toenmalige woning schaarste, zo kort na de Eerste Wereldoorlog, bleek er voor van der Lee nergens een geschikt herstellingsoord te zijn. Uiteindelijk betrok hij de woning van collega H. Schuurman in Amsterdam die zijn artsenpraktijk aan de Zuidstraat wilde voortzetten. Op 4 augustus 1919 werd dokter van der Lee onder grote belangstelling begraven op de Algemene Begraafplaats op Huisduinen.
|